Bergwegen en steile hellingen, in Nederland kom je ze niet zo vaak tegen. Op vakantie is het daarom altijd even wennen als je op een bergweg terecht komt. Want bergwegen en steile hellingen vragen vaak om een andere manier van rijden. We geven je daarom graag een paar tips om stinkende remmen, een oververhitte motor of een kapotte koppeling te voorkomen. Zo kan je zorgeloos de weg op, wat natuurlijk altijd fijn is. Vooral tijdens de vakantie.
Tips voor berg op (omhoog) rijden
Toeren draaien
Heb je hard gewerkt aan het ontwikkelen van een zuinige rijstijl? In de bergen is het handig om dat heel even te vergeten. In de bergen moet je namelijk toeren draaien.
Een fout die veel gemaakt wordt is de berg op rijden met te lage toeren, in een te hoge versnelling. De motor heeft het dan namelijk heel zwaar. Veel zwaarder dan wanneer je even terugschakelt en de motor de ruimte geeft om te ‘ademen’ bij een hoger toerental. Schakel dus altijd even een versnelling terug wanneer je een berg op rijdt zodat de motor het makkelijker heeft. Een vuistregel die je kan helpen: als je het gas intrapt, moet de auto gemakkelijk kunnen versnellen. Net als wanneer je een auto gaat inhalen. Komt de auto niet of nauwelijks vooruit? Schakel dan even terug. Zo voorkom je dat de motor oververhit raakt en meer slijtage opdoet dan nodig is.
De koppeling
De koppeling van de auto heeft het niet makkelijk wanneer je een berg op rijdt, vooral als je vanuit stilstand moet optrekken. Zorg voor een zo kort mogelijk ‘slipmoment’ van de koppeling als je moet vertrekken op een helling. Als je de koppeling te veel laat slippen op een helling kan er snel te veel warmte ontstaan en kan de koppelingsplaat verbranden. Een tip die hierbij kan helpen is om voldoende ruimte tussen jou en de voorstander te laten. Er moet genoeg ruimte zijn dat je de koppeling helemaal op kunt laten komen voordat je weer moet stoppen. Een verbrande koppelingsplaat heeft een sterke geur. Ruik je iets en zijn het niet je remmen? Zorg dan voor een zo kort mogelijk slipmoment van de koppeling.
Zelf schakelen
Rijd je automaat? Dan heb je misschien wel een speciale ‘bergversnelling’, meestal aangeduid met 1, 2 of 3. In ‘D’ (Drive) schakelt de versnellingsbak berg op te snel door. Je kunt er daarom beter voor kiezen om handmatig te schakelen met een automatische versnellingsbak. Zo kun je er zelf voor zorgen dat de auto de berg op rijdt met het juiste toerental.
Tips voor berg af (omlaag) rijden
Remmen met behulp van de motor
Kan je dan wel zuinig (met lage toeren) rijden als je de berg af rijdt? Nee, ook niet helemaal. Maar deze keer heeft het vooral te maken met je remmen.
Als je de berg af rijdt met te lage toeren, dan remt de auto maar heel weinig af op de motor. Dit betekent dat je remmen heel hard moeten werken. Hierdoor kunnen je remmen gaan stinken, worden ze roodgloeiend en kunnen ze hun remkracht verliezen. Je kunt daarom het beste, net als berg op, terugschakelen om ervoor te zorgen dat de toeren van de motor iets hoger zijn. Bij hogere toeren remt de auto namelijk ook af met behulp van de motor. De compressie van de motor helpt de remmen bij het vertragen van de auto waardoor de kans op overmatige remslijtage kleiner is. Een vuistregel die je kan helpen: laat je het gas los wanneer je berg af rijdt en vertraagt de auto niet? Schakel dan even terug totdat de motor helpt met afremmen.
Kort maar krachtig remmen
Probeer niet continu de rem ingedrukt te houden als je veel moet remmen. Het is beter om kort maar krachtig om de rem te drukken. Dit heeft er mee te maken dat de remmen dan meer tijd hebben om weer af te koelen. Als je de rem lang ingedrukt houdt, dan kan er weinig lucht bij de remmen komen om ze af te koelen. Ook als je de rem maar heel licht ingedrukt houdt.
Bonus tip
Rij ook nooit de berg af met de versnelling in zijn vrij. Naast dat de motor dan niet helpt bij afremmen, is het heel erg gevaarlijk. Als je de versnelling in zijn vrij hebt staan, kun je namelijk totaal niet reageren door bijvoorbeeld gas bij te geven. Maar ook remmen gaat dan minder goed als je plotseling moet remmen. Als je de auto in zijn vrij hebt staan ben je als het ware een ‘ongeremd projectiel’ wat heel gevaarlijk is.
Wat te doen bij:
Warme motor
Als je een temperatuurmeter hebt dan is het belangrijk om de motortemperatuur in de gaten te houden. Loopt de motor warm? Schakel dan terug en zorg dat de motor (iets) hogere toeren gaat draaien. Hierdoor gaan de warmtepomp en ventilator sneller draaien om de motor te koelen. Zet ook de airco uit zodat de motor meer van de koeling kan gebruiken. Je kan eventueel ook de kachel en blower vol aan zetten om overtollige warmte rondom de motor af te voeren. Loopt de auto nog steeds te warm? Stop dan even en laat de motor afkoelen.
Tegenliggers
Stijgend (berg op) verkeer heeft altijd voorrang op dalend (berg af) verkeer. Is de situatie erg ingewikkeld doordat de weg bijvoorbeeld heel smal is? Dan moet degene die het makkelijkst kan uitwijken dat doen.
Inhalen
Langzaam verkeer voor je geeft vaak met een knipperlicht naar rechts aan dat de weg vrij is en dat je ze kan inhalen. Check dat natuurlijk altijd zelf voor de zekerheid voordat je besluit om erlangs te gaan.
Andersom geldt hetzelfde: rijden er veel snelle auto’s achter je? Geef dan een knipperlicht naar rechts als het veilig is, of stop anders even op een uitwijkplaats. Je rijdt daarna relaxter verder.
Moet je een fietser of brommer inhalen? Geef dan altijd richting aan zodat ook de auto‘s achter jou weten dat je ergens omheen gaat rijden. Dan kunnen zij daar ook rekening mee houden. Geef de fietser of brommer altijd voldoende ruimte want ze kunnen nog wel eens slingeren.
Parkeren
Vertrouw bij steil parkeren niet alleen op de handrem. Zet de auto ook in de eerste versnelling als je berg op parkeert, of in zijn achteruit als je berg af parkeert. Draai de wielen ook altijd volledig naar de kant waar een vast object staat. Mocht de auto toch gaan rollen, dan komt hij daar tegenaan en niet tegen andere bestuurders of voetgangers.
Rijden met een caravan
Voor rijden met een caravan gelden dezelfde tips. Met een caravan is het zelfs nog belangrijker om hoger in de toeren te blijven omdat de auto dan nog zwaarder beladen is. Houd de motor goed op toeren, en let op de temperatuur om oververhitting te voorkomen. Zorg dat je remmen genoeg lucht krijgen om af te koelen door niet continu het rempedaal ingedrukt te houden als dat niet nodig is.
Tunnels
Veel bergwegen hebben korte en onverlichte tunnels. Doe het dimlicht aan en rijd rustig, de overgang van felle zon naar de donkere tunnel is groot. En schrik niet: in veel bergtunnels druipt er water van het plafond.
Vallend gesteente
Zie je op de weg langs een bergwand gesteente liggen? Dan is de kans groot dat er nog meer gaat vallen op die plek. Rijd er ruim om heen als dat veilig kan, en stop vooral niet op die plek.
Samengevat
Autorijden in de bergen vereist aanpassingen.
- Berg op: schakel terug zodat de motor het makkelijker heeft en laat de koppeling zo min mogelijk slippen.
- Berg af: schakel terug zodat de motor kan helpen met afremmen en geef de remmen voldoende tijd om af te koelen.
- Motor te warm? Terugschakelen, airco uit, kachel aan.
- Wie heeft voorrang? Stijgend verkeer of verkeer dat moeilijk kan uitwijken.
- Ga je inhalen? Geef altijd richting aan en zorg voor voldoende ruimte.
- Parkeren op een helling? Gebruik de handrem, zet de auto ook in zijn versnelling en draai de wielen altijd naar een vast object.
- Caravan mee? Hou de motor altijd op toeren en laat de remmen niet te heet worden.
- Onverlichte tunnel? Rustig rijden met dimlicht aan en schrik niet van waterdruppels
- Vallend gesteente? Rij er met een grote bocht omheen en stop vooral niet op die plek.